De supertoverstaf

Speelschema:

1. De boef

– Boef komt op
– Het gaat niet zo goed: het pikken lukt niet meer!
– Misschien kan hij in dit bos wel iets pikken.
– Hé, daar komen mensen: hij verbergt zich snel!
– Boef gaat achter gordijn (gezicht duikt af en toe op: hij hoort alles)

2. Roos, Ankie en (het hoofd van) de boef
– Roos en Ankie komen op

– Roos en Ankie wandelen heerlijk in het bos.
– Ze vinden een kistje: er zit een kaart in!
– Op de kaart staat:    ‘Met deze kaart heb je geen pech. Hij wijst je precies de weg

naar een verre, verre plek, vol met modder, puin en drek.

Graaf daar diep en je staat paf. Je vindt er een toverstaf!

Daarmee kun je – luid of stil – alles toveren wat je wil!

Maar wees wel van zessen klaar, onderweg dreigt groot gevaar!’
– Pijlen op de wegen en een kruis: daar ligt vast de toverstaf.

– Ze fantaseren wat ze allemaal gaan toveren (kinderwensen).
– AAN NIEMAND IETS ZEGGEN! Onderweg dreigt groot gevaar!
– Roos: Die kant op (kant van de boef), kijk maar naar de pijl.
– Ankie: Je houdt de kaart op zijn kop! De andere kant op!
– Roos en Ankie gaan af (met de kaart)

3. De boef, Roos en Ankie

– Boef komt op van achter gordijn
– Wil absoluut die toverstaf!
– Slim plan: doet of hij een vriendelijke wandelaar is.
– Roept: “Dames, dames! Ook lekker aan de wandel?”
– Roos en Ankie komen op (met de kaart)
– Ankie (fluisterend): “NIETS ZEGGEN, ROOS!”
– Boef (vriendelijk): “Ik ben gek op bosvogels.”
– Roos en Ankie (achterdochtig): “Maar u lijkt wel een boef!”
– Boef (schrikt): “Nee, de nieuwste mode, de jailhouselook!”
– Boef (wijst in de verte): Een zwemparadijsvogel!
– Ankie en Roos kijken aandachtig (leggen de kaart neer).
– Boef pakt bijna de kaart.
– Ankie en Roos zien het net op tijd: jagen de boef weg.
– Boef gaat af (achter gordijn)

4. Roos, Ankie, heks Leedvermaak en (het hoofd van) de boef.
– Boef hoort alles (gezicht duikt af en toe op)
– Roos en Ankie kibbelen weer over de juiste weg.
– Heks Leedvermaak komt op (met kleine toverstaf)
– Heks: “Wat is dat voor een kaart?”
– Roos en Ankie (NIETS ZEGGEN!) praten hun mond voorbij.
– Heks wil wel zo’n supertoverstaf.
– Heks: “Grapefruit, appel, peer, banaan . . ga 100 meter hier vandaan
Schapen, geiten, paarden, biggen . . laat die kaart maar lekker liggen!”
– Roos en Ankie gaan af
– Heks: Ik word de machtigste heks van heel de wereld! Gaat snel de toverstaf zoeken.
– Heks gaat af (met kaart en kleine toverstaf)

5. De boef en de heks
– Boef komt op

– Heeft alles gehoord: nieuwe kans!
– Slim plan: gaat doen of hij verliefd is op die lelijke heks.
Als ze niet oplet pakt hij de kaart!
– “Oh, vrouw van mijn dromen, ren niet zo hard weg!”
– Heks komt op (met kaart en kleine toverstaf)
– Heks is zeer aangenaam verrast.
– Boef verklaart zijn liefde.                                                                        (*)
– Heks tuint er helemaal in: “Oh, kom in mijn armen!”
– Boef pakt de kaart: “Haha, lelijke heks!”
– Heks achtervolgt de boef  (poppenkast- achtervolging met opduiken en verdwijnen)
– Heks krijgt boef te pakken.
– Heks: “Eikel, eh, eikenboom en conifeer . . . leg die kaart hier voor me neer
Sla, andijvie, winterpeen . . . huppel weg naar Heerenveen!”
– Boef huppelt af

 

6. De heks en het feestbeest

– Heks gooit oude toverstaf weg: niet meer nodig!
– Heks: snel, snel, snel, maar een klein stukje voorsprong op Ankie en Roos!
– Feestbeest komt op (zingt “lalalalala”)
– Feestbeest neemt de heks in zijn armen: “Lekker dansen!”                                               (**)
– Heks wurmt zich los (kost tijd): “Weg beest, ik heb haast!!”
– Feestbeest gaat af (teleurgesteld)

7. De heks, Roos en Ankie
– Heks: snel, snel, snel!
– Ankie en Roos komen op
– Ingehaald!
– Hebben de toverstaf van de heks gevonden.
– Ze toveren moeizaam:  “Eh, dikke en dunne bomen . . . laat die kaart maar komen
Eh, kiwi en banaan . . . laat die heks maar gaan!”
– Heks gaat af

8. Roos en Ankie
– Ze vinden de plek waar de staf ligt.
– Graven de toverstaf op (er komt zand uit de poppenkast)
– Ankie gaat toveren, spreekt de toverspreuk uit
Roos mag zeggen wat ze wil (ze onderbreekt Ankie steeds)
(1) Honger: een kroket!
“ Een kroket, dat vind ik fijn . . . Boekie boe, boekie ba, laat het zo z . . .
(2) Een broodje kroket!
“Een broodje kroket, dat vind ik fijn . . . Boekie boe, boekie ba, laa . . .”
(3) Nog mosterd er bij! (Ankie ergert zich)
“Een broodje kroket met mosterd, dat vind ik fijn . . . Boekie b . . .”
(4) Roos wil . . . Ankie wordt boos.
– Ze krijgen bijna ruzie.
– Besef: ruzie komt door die staf en ze willen vriendinnen blijven!                                      (***)
– Ze breken de toverstaf in twee en gooien het weg.
Het feestbeest komt op
– Feessie!

Downloads:
speelschema
vellen voor in de poppenkast

Eén reactie op De supertoverstaf

  1. Willeke schreef:

    Erg leuk verhaal om met twee mensen te spelen.
    Zoals bij alle kleuteractiviteiten wordt er spelend geleerd!!!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.